Dossier № 32: City charter of Harlem (1245) – Second charter
City Archive of Harlem, GA Haarlem 1245-1575, inv. nr. 12
Hertaling
Regest: Stadsoorkonden van Harlem (1245) – tweede deel
Dutch
Ik, Willem, Graaf van Holland, wil dat bekend wordt aan zowel de tegenwoordige als de toekomstige personen die de onderhavige oorkonde zullen zien, dat ik aan de poorters van Haarlem de volgende vrijheid heb gegeven, namelijk:
[...]
Nadat iemand poorter is geworden, zal hij aan niemand verplicht zijn dienstbaar te zijn, maar zal hij vrijheid genieten volgens het recht van de stad.
Voorts heb ik de reeds genoemde poorters opgedragen dat zij door het afleggen van een eed bekrachtigen dat een ieder voor een ander diens recht zal handhaven.
[...]
De poorters van Haarlem zullen aan mij of de wettige erfgenaam van Holland jaarlijks en tot in eeuwigheid 10 pond betalen op het geboortefeest van de Heer en 10 pond op het feest van Johannes de Doper.
Bovendien wanneer het gebeurt dat ik of de wettige heer van Holland naar het hof van de keizer reist of trouwt of tot ridder wordt geslagen, dan zullen de poorters van Haarlem mij bij elk van deze gelegenheden 20 pond betalen. Indien één van mijn zusters of van de wettige heer van Holland in het huwelijk is getreden, zullen genoemde poorters van Haarlem 15 pond geven. Evenzo als mijn broer of de broer van de wettige heer van Holland tot ridder is geslagen of is getrouwd, dan zullen de poorters van Haarlem hem bij elk van deze gelegenheden 15 pond betalen.
Voorts zullen de poorters van Haarlem mij in mijn heervaart of de wettige heer van Holland in zijn heervaart dienen met 64 mannen.
Bovendien heb ik de schepenen van Haarlem de bevoegdheid gegeven om in overleg met mijn schout nieuwe voorschriften of statuten te maken voor de duur van een half of een heel jaar, die de schepenen met een eed hebben bekrachtigd als nuttig voor de gemeenschap of het belangrijkste deel ervan, waarbij mijn rechtsmacht in dezen bewaard blijft.
Opdat evenwel de vrijheid die in het onderhavige geschrift is vervat en door mij, Willem, Graaf van Holland, uit welwillendheid en in overleg met mijn edele en getrouwe mannen aan de burgers van Haarlem is verleend, voor altijd van kracht blijft en door niemand ongeldig kan worden verklaard, heb ik de onderhavige oorkonde aan de reeds genoemde burgers van Haarlem overhandigd, bekrachtigd met mijn zegel.
De volgende personen zijn hiervan getuige: heer Lubbert, Abt van Egmond, heer Nicolaas Persijn, heer Dirk, Burggraaf van Leiden, meester Daniël, Dirk van Teilingen, Simon van Haarlem, Walter van Egmond en Hugo van Kralingen.
Gegeven te Haarlem, in het jaar des Heren 1245, op de dag van de heilige Clemens, paus en martelaar. Heil. Amen.
English
I, William, Count of Holland, want it to be known to both present and future persons who shall see the present charter, that I have given to the citizens of Haarlem the following freedom, viz:
[...]
After a person has become a citizen, he shall not be obliged to be of service to anyone, but shall enjoy freedom according to the law of the city.
I have further instructed the already mentioned citizens that by taking an oath they ratify that each one will uphold the right of another.
[...]
The citizens of Haarlem shall pay to me or the legitimate lord of Holland 10 pounds annually and in perpetuity on the feast of the Lord's birth and 10 pounds on the feast of John the Baptist.
Moreover when it happens that I or the lawful lord of Holland travels to the court of the emperor or marries or is knighted, the citizens of Haarlem shall pay me 20 pounds on each of these occasions. If one of my sisters or a sister of the lawful lord of Holland is married, the said citizens of Haarlem shall give 15 pounds. Likewise, if my brother or the brother of the lawful lord of Holland is knighted or married, the citizens of Haarlem shall pay him 15 pounds on each of these occasions.
Furthermore, the citizens of Haarlem shall serve me in the execution of my military obligations or those of the lawful lord of Holland with 64 men.
Moreover, I have given power to the aldermen of Haarlem to make new regulations or statutes, in consultation with my bailiff, for the duration of half a year or a full year, which the aldermen have ratified with an oath as useful to the community or the principal part thereof, my jurisdiction in this matter being preserved.
In order, however, that the liberty contained in the present document and granted by me, William, Count of Holland, out of benevolence and in consultation with my noble and faithful men to the citizens of Haarlem, may forever remain in force and cannot be invalidated by anyone, I have delivered the present charter to the already mentioned citizens of Haarlem, ratified with my seal.
The following persons act as witnesses to this: lord Lubbert, Abbot of Egmond, lord Nicolas Persijn, lord Theoderic, Viscount of Leiden, master Daniel, Theoderic of Teilingen, Simon of Haarlem, Walter of Egmond, and Hugo of Kralingen.
Given at Haarlem, in the year of the Lord 1245, on the day of Saint Clement, pope and martyr. Happily ever after. Amen.
Eigen hertaling
Als je zelf een poging hebt gedaan om het document te hertalen naar modern Nederlands, wordt deze hieronder uit het browsergeheugen gehaald.
