Middeleeuwse Paleografie

Dossier № 21: Verraad en onrust

Erfgoed Leiden, Oud rechterlijk archief 4c, f. 89v

Hertaling

Regest: 9 november 1482. Het Leidse Gerecht veroordeelt Katrijn, weduwe van Hendrik de Leertouwer, tot een bedevaart naar Keulen wegens het in omloop brengen van valse geruchten.

Straf uitgesproken op 9 november 1482

Dit gebeurde in de tijd dat de stad Hoorn was ingenomen door de bondgenoten van de steden Utrecht, Amersfoort en Montfoort, vijanden van onze genadige heer van Oostenrijk en van Bourgondië en van het land van Holland en toen deze stad weer terugveroverd was door onze stadhouder namens de heer van Oostenrijk, de slechteriken verslagen waren, en de stad weer onder het gezag van onze heer was gebracht en de wapenlieden ontwapend waren. Toen beweerde Katrijn, weduwe van Hendrik de Leertouwer, die woont in de Duizenddraadsteeg in Leiden samen met heer Allard Foeytgenszoon, priester, in de buurt en onder haar buren dat een groot aantal wapenlieden de stad zouden worden binnegelaten, dat men diezelfde nacht alle Hoeken de keel zou afsnijden en hun bezittingen innemen, en dat heer Allard al een stoel of vat bij de schutting had gezet zodat hij naar de buren kon vluchten, zodat hem niets zou overkomen als dit gebeurde. Deze kwestie en dit gerucht verspreidde zich onder het gewone volk, zodat sommige mensen gingen biechten voor de redding van hun ziel, zodat zij niet in zonde zouden sterven. Toen dit het Gerecht ter oren was gekomen, heeft dit onderzoek gedaan en gehoord dat deze geruchten van Katrijn kwamen. Dit is een lelijke kwestie, waaruit grote onrust en oproer had kunnen voortkomen, als men niet had ingegrepen, wat het Gerecht niet over zijn kant laat gaan. Daarom moet Katrijn een bedevaart maken naar de heilige drie koningen in Keulen. Zijn moet vandaag, voor de nacht valt uit Leiden vertrokken zijn en morgen uit Rijnland, uit Haagambacht. Anders verliest zij haar rechterhand. Zij moet de stad een duidelijk bewijs sturen van deze bedevaart. Na overdracht van dit bewijs mag Katrijn zich een jaar lang niet vertonen in Leiden, in Rijnland, in Den Haag en in Haagambacht. Anders verliest zij haar rechterhand.

Katrijn toonde het Gerecht haar bewijs op 28 november 1482 op het stadhuis.

Eigen hertaling

Als je zelf een poging hebt gedaan om het document te hertalen naar modern Nederlands, wordt deze hieronder uit het browsergeheugen gehaald.