Dossier № 20: Misdaad en straf
Nationaal archief, Hof van Holland 465, f. 34v
Hertaling
Regest: 28 januari 1457. Het Hof van Holland veroordeelt Symon Jacopsz. vanwege valsheid in geschrifte tot brandmerking en verbanning.
Gerrit van Assendelft, Mr. Lodewijk van der Eycke, mr. Anthonis Michiels. mr. Hendrik van der Mye, raadslieden en Clais de Vries, rentmeester-generaal van Holland. Daar was ook ik, J. Lodijc, bij aanwezig.
Betreffend Simon Jacobsz. tegen de procureur-generaal
Symon Jacobsz. uit Abbekerke heeft een open brief die bezegeld was met het zegel van mijn genadige heer vervalst. Hij heeft het getal vijftien uitgewist en daar voor in de plaats 25 geschreven. Dit werd geconstateerd in de betreffende brief en Simon zelf bekende dit ook. Om die reden veroordeelt het Hof van Holland Simon ertoe dat hij een uur lang in Den Haag op de kaak moet staan met een mijter op zijn hoofd waarop zijn misdaad staat geschreven. Bovendien zal hij worden gebrandmerkt in zijn want. Hij moet Holland en Zeeland binnen drie dagen hebben verlaten en zal ten eeuwigen dagen verbannen blijven uit deze landen, ten verbeure van zijn lijf en goederen, die zullen toekomen aan mijn genadige heer. Uitgesproken op 28 januari [14]57 naar de stijl van het Hof in aanwezigheid van Tresloing, Assendelft, Eyke, Michiels en Mye, raadslieden van Holland.
Eigen hertaling
Als je zelf een poging hebt gedaan om het document te hertalen naar modern Nederlands, wordt deze hieronder uit het browsergeheugen gehaald.