Middeleeuwse Paleografie

Dossier № 18: Collectieve schuld

Algemeen Rijksarchief Brussel, Handschriftenverzameling 730, f. 66r-66v

Hertaling

Regest: 20 december 1420. Leuven en Antwerpen stellen zich garant voor de terugbetaling van 3100 gouden Franse kronen aan Jan van den Eede, poorter van Brugge, of aan de toonder van deze brief.

Wij, hoofden van de gemeente, schepenen en raad van de stad van Leuven en burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen maken bekend aan eenieder die deze brief zal zien of horen lezen, dat wij in naam van onszelf en in naam van het gemene land van Brabant een rechtmatige schuld hebben van 3100 gouden Franse kronen, zoals dat gebruikt wordt door kooplieden, of het equivalent daarvan in goed geld, bij Jan van den Eede, poorter van Brugge, of bij de bezitter van deze brief. Als goede lieden beloven wij, op onze eed, gezamenlijk bij onze trouw, eer, en zekerheid, deze som te vergelden en te betalen voor de eerstkomende Pinksterjaarmarkt te Antwerpen, zonder enig uitstel.

Als het zo zou zijn dat wij deze belofte niet nakwamen en de genoemde som niet op de genoemde dag betaalden, dan beloven wij op onze trouw, eer en gelofte, onmiddellijk, zonder verdere aanmaning, per stad vier goede mannen met twaalf paarden op de dag na de genoemde Antwerpse Pinkstermarkt naar herberg De Leck in Brugge te sturen. Zij zullen daar in gijzeling blijven en op tijdige momenten te eten krijgen, en de stad van Brugge niet verlaten tot het moment dat wij de genoemde som geld volledig betaald hebben, en daarnaast alle kosten, vertering en schade die de genoemde Jan, of de bezitter van deze brief zal hebben. Wij beloven hem, of de bezitter van deze brief, zonder verder bewijs of eed schadeloos te houden van deze kosten en te betalen op op basis van een simpele mededeling of verzoek. We zullen dit ook niet in mindering brengen op de hoofdsom.

Om de genoemde voorwaarden en beloften geheel te houden, hebben wij, hoofden van de gemeente, schepenen en raad van de stad Leuven en wij burgemeesters, schepenen en raad van de stad Antwerpen, in pand gegeven heel onze stadsgoederen, lijf en goed van al onze poorters en inwoners, die men overal mag arresteren en vervolgen, hun goederen confisqueren, tot de tijd toe dat wij aan alle genoemde voorwaarden hebben voldaan. Zonder arglist.

In oorkonde hiervan hebben wij, hoofden van de gemeente, schepenen en raad van de stad van Leuven en wij burgemeesters, schepenen en raad van Antwerpen de dagelijkse zegels van onze steden aan deze brief gehangen. Gegeven op 20 december van het jaar ons Heren 1420.

Eigen hertaling

Als je zelf een poging hebt gedaan om het document te hertalen naar modern Nederlands, wordt deze hieronder uit het browsergeheugen gehaald.