Middeleeuwse Paleografie

Dossier № 17: Ellende in Antwerpen

Universiteitsbibliotheek Leiden, Letterkunde 1019, f. 148r-148v

Inleiding

Rond 1316 begon de Antwerpse stadssecretaris Jan van Boendale (ca. 1280-1351) met zijn Brabantsche Yeesten, een kroniek over de hertogen van Brabant. In vele duizenden verzen vertelt hij de geschiedenis van de dynastie en het hertogdom vanaf de volksverhuizingstijd. Boendale schreef in zijn leven niet alleen kronieken, maar ook veel andere Middelnederlandse werken. De Brabantsche Yeesten zou echter zijn meest invloedrijke werk blijven. In de vijftiende en zestiende eeuw maakten veel geleerden er gebruik van.

Helemaal aan het einde van zijn kroniek verlaat Boendale de formele lijnen van afstamming en politiek, en gaat hij in op de dingen die hij zelf had waargenomen. In dit fragment stelt hij de schrijnende situatie in Antwerpen aan de orde, tijdens wat tegenwoordig bekend staat als 'de grote hongersnood van 1315-1317'. Hij toont zich hier een sociaalbewogen, maar vooral ook een Godvrezend man.

Fysieke beschrijving

Vijftiende-eeuwse cursiva op papier. Hoofdletters zijn met rood geaccentueerd. Tekst is links in de bladspiegel geplaatst om aantekeningen te kunnen maken.

Opdrachtgever voor het handschrift was Petrus de Thimo (Peter van der Heijden, zie ook dossier 12). Zijn hand is zichtbaar in de koptiteltjes - vergelijk dossier 12. Het handschrift bevat nogal wat schrijffouten.