Middeleeuwse Paleografie

Dossier № 15: 25 lijken in het gasthuis van Grave of hoe een groot man klein kan zijn

BHIC, Stadsbestuur Grave, Correspontentie inv. Nr. 150

Inleiding

Emond van Dynter (+1449) was een van onze belangrijkste geschiedschrijvers. In de jaren voor zijn dood schreef hij een monumentale Latijnse kroniek over de hertogen van Brabant. Bovendien was hij als secretaris van de hertogen van Brabant en Bourgondië een heel machtig man. We weten heel weinig over zijn vroege jeugd, alleen dat hij werd geboren in het stadje Grave, op de grens van Brabant en Gelre.

Deze brief toont aan dat een groot man ook klein kan zijn: als ambtenaar (zie de ondertekening) zet zich in voor de belangen van zijn neefje Jan, koster in Grave, die hij eerder aan die job had geholpen. De brief geeft zo een aardige indruk van het nepotisme dat heel gebruikelijk was in de middeleeuwse maatschappij.

Op de achtergrond speelt de financiële afwikkeling van lijkbezorging in het gasthuis van Grave, waarbij de kerk, de parochiepriester en de koster recht hadden op een vergoeding – of niet?

Wim de Groot (Amsterdam) was zo vriendelijk ons te wijzen op deze oorkonde.

Fysieke beschrijving

Brief, geschreven in gotische cursiva op papier. Vouwsporen, en op de achterzijde resten van een rood zegel. Op de achterzijde staat ook de adressering.