Dossier № 28: Gecancelleerde oorkonde
Nationaal Archief Den Haag, Graven van Holland 1309
Hertaling
Regest: 1 mei 1394, Albrecht van Beieren, Zweder van Abcoude, Hugeman van Strijen en Paulus van Haastrecht beloven Jan van Arkel 221 pond, 3 sch. en een halve groot terug te betalen op 1 oktober in Utrecht of Hagestein.
Albrecht, door Gods genade paltsgraaf van de Rijn, hertog in Beieren, graaf van van Henegouwen, Holland en Zeeland, heer van Friesland, Zwedere van Abcoude, heer van Gaasbeek, van Putten en van Strijen, Hugeman van Strijen, heer van Zevenbergen en Paulus van Haastrecht, ridder, heer van Loon maken bekend aan iedereen dat wij gezamenlijk schuldig zijn, gezamenlijk, en ieder voor zich aan onze neer Jan van Arkel, heer van Hagenstein, van Prepont en van het Land van Mechelen, of aan de bezitter van deze brief, 221 pond, drie schellingen, zeven en een halve penningen groot, de nieuwe Hollandsche Schild die men tegenwoordig slaat gerekend voor veertig groten, en alle betalingen volgens die standaard. Wij hebben beloofd en beloven voor ons en onze nakomelingen de genoemde Jan van Arkel, heer van Hagenstein en zijn erven of als hij wil de houders van deze brief, goed te betalen te Utrecht of Hagestein op de eerstkomende Sint Baafsdag (1 oktober), wat zij met hun brief als voorkeur aanduiden. En als de dat niet deden, dan beloven wij, de genoemde hertog Albrecht, achte goede lieden met achtpaarden, de genoemde Zweder van Gaasbeek en Hugeman van Strijen, heer van Zevenbergen, ieder met vier mannen en vier paarden, en ridder Paulus van Haastrecht, heer van Loon, met drie mannen en drie paarden, naar Utrecht of Haastrecht te komen. Dit moet gebeuren binnen acht dagen na de aanmaning door onze neef Jan van Arkel of zijn erven, of de houder van deze brief, of hun gemachtigde boden. Daar zullen zij goed te eten krijgen en in gijzeling gaan en niet vertrekken tot Jan van Arkel of zijn erfgenamen geheel betaald zijn met het volledige bedrag, en hij geheel voldaan is. En als wij dat niet deden, dan zullen wij alle schade vergoeden die onze neef Jan van Arkel, heer tot Hagestein, of zijn erven, of de houder van deze brief daardoor ondervonden. Een eenvoudige mondelinge verklaring volstaat. Al deze genoemde punten en voorwaarden hebben wij beloofd, en beloven, wij in goede trouw te houden voor ons en onze erfgenamen, en op geen enkele wijze te verbreken. Als getuigenis hebben wij deze brief ondertekend op 1 mei 1394.
Eigen hertaling
Als je zelf een poging hebt gedaan om het document te hertalen naar modern Nederlands, wordt deze hieronder uit het browsergeheugen gehaald.