Middeleeuwse Paleografie

Dossier № 14: Karel de Stoute claimt Grave

BHIC, Stadbestuur van Grave

Hertaling

Regest: 27 februari 1473. Na de dood van hertog Arnold van Gelre vraagt Karel de Stoute, hertog van Bourgondië, de magistraat en de burgers van Grave hem te huldigen als rechtmatig pandhouder van het hertogdom Gelre. Daartoe stuurt hij de heer van IJsselstein, de heer van Perweis en de heer van Ghemen naar de stad.

Karel hertog van Bourgondië, van Brabant, van Limburg en van Luxemburg, graaf van Vlaanderen, van Artesië, van Bourgondië, van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en van Namen.

Goede vrienden. Wij hebben begrepen dat de hooggeboren vorst heer Arnold van Gelre etc., onze lieve en heel geliefde neef, onlangs is overleden. God hebbe zijn ziel. Omdat er eerder tijdens zijn leven bepaalde overeenkomsten en verdragen gesloten zijn tussen hem en ons, waarmee onze genoemde neef heer Arnold van Gelre ons, in ruil voor een zeer grote som geld, in pand overgedragen, toegezegd en overgegeven heeft de landen, hertogdom van Gelre en graafschap van Zutphen met alles wat daar bij hoort, zoals blijkt uit de zegel en de brief die we hiervan hebben. [Daarom] zullen wij onmiddellijk onze lieve en heel geminde neef Frederik van Egmond heer van IJsselstein, de heer van Perweys en de heer van Ghemen, onze raden en kamerlingen, naar u toe sturen om onze genoemde stad namens ons in bezit te nemen en u en de gemene burgers en inwoners te behoeden en beschermen voor overlast. Derhalve verlangen wij minzaam van u dat u onze genoemde stad van Grave in handen houdt, de voorgenoemde neef, raden en kamerlingen helpt bij het in handen houden, zodat de stad ons niet afhandig wordt gemaakt. Ook begeren wij dat u de huldigingseed, waarin u belooft ons goed en getrouw te zijn, aflegt in handen van dezelfde, eerder genoemde, onze neven van Egmond, de heer van Perweys en de heer van Ghemen, die namens ons zullen optreden. En wij beloven met deze brief, op de eed van een vorst, een goed en genadig heer voor u te zijn, zodat u ons dankbaar zult zijn. Ook zullen wij u houden en laten in al uw rechten, privileges, goederen, gebruiken en tradities die u van oudsher hebt. Wij zullen u de noodzakelijke schriftelijke bevestiging daarvan geven op ieder moment dat u dat wilt. Wij zullen uw welwillendheid niet vergeten als u in de toekomst iets van ons gedaan wilt hebben dat in onze macht ligt. Geschreven in onze stad Antwerpen op 27 februari 1473.

Karel

Kerrest

Eigen hertaling

Als je zelf een poging hebt gedaan om het document te hertalen naar modern Nederlands, wordt deze hieronder uit het browsergeheugen gehaald.