Middeleeuwse Paleografie

Dossier № 1: Antwerpse schepeneed 1482-1504

Antwerpen Felixarchief, Oud archief, Pk 80, f. 96r-96v

Inleiding

Hoe zorg je ervoor dat bestuurders hun macht niet misbruiken? Dit is een vraag die al in de middeleeuwen veel stedelingen bezighield. Eén van de middelen waarmee men hen in het gareel probeerde te houden was door ze een ambtseed af te laten leggen. Hierin beloofde een bestuurder of rechter zijn taken eerlijk te vervullen en zich daarbij niet te laten corrumperen door vriendjespolitiek, smeergeld, mooie beloften of andere verleidingen. In de middeleeuwse steden, verscheurd door partijtegenstellingen, was vooral onpartijdige rechtspraak een dingetje. In steden werden dergelijke eden vaak afgelegd voor de vroedschap en soms voor een hele menigte stedelingen. Bij een eed was in elk geval altijd een Bijbel aanwezig en op sommige plekken werden er zelfs relikwieën van stal gehaald om de eed te bekrachtigen. De eed was dus absoluut niet iets om mee te spotten: je stelde je eigen zielenheil als onderpand. Het afleggen van een valse eed zou je dan ook duur komen te staan.

In deze tekst is de Antwerpse schepeneed opgenomen, die de schepenen aflegden bij het aanvaarden van hun ambt. Het Antwerpse college van twaalf schepenen speelde een cruciale rol in deze belangrijke handelsstad. Samen met de twee burgemeesters en drie rentmeesters was het college verantwoordelijk voor de financiën, voor de rechtspraak en voor het bestuur van deze belangrijke stad. Op het moment dat dit eedformulier werd gebruikt - late vijftiende, vroege zestiende eeuw - was Antwerpen hard op weg om Brugge in te halen als belangrijkste havenstad van de Nederlanden.

Fysieke beschrijving

Beduimeld register met eden van stadsmagistraten van Antwerpen, dat gedurende meerdere jaren moet zijn gebruikt bij de eedaflegging van de schepenen. De tekst is afkomstig uit het Cleyn pampieren privilegieboek, een perkamenten codex met daarin verschillende afschriften van privileges, oorkondes en eden.